APS: Grote voordelen borstkankerpatiënt bij directe reconstructie

Plastisch chirurgen voeren steeds vaker borstreconstructies uit tijdens borstsparende operaties bij borstkankerpatiënten. Dit biedt patiënten grote voordelen, waaronder beter herstel. "Er wordt nog steeds winst geboekt en dat is goed nieuws", stelt Marieke van den Berg, als plastisch chirurg verbonden aan het Nederlands Kanker Instituut - Antoni Van Leeuwenhoek Ziekenhuis (NKI-AVL) in Amsterdam. "Uit onze praktijk blijkt dat directe reconstructie van de borst bijdraagt aan het herstel van vrouwen die behandeld worden voor borstkanker. Als bij een borstsparende operatie relatief veel borstweefsel weggehaald moet worden kan tijdens dezelfde operatie door de plastisch chirurg de borst worden gecorrigeerd. Hierdoor blijft de borstvorm beter behouden en treedt tijdens de bestraling minder vervorming op. Bovendien is een aanvullende ingreep vaak niet meer nodig, waardoor het genezingsproces minder belastend wordt."

De Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) constateert dat er nog veel misverstanden zijn over borstreconstructies bij borstkanker. De NVPC pleit in het kader van de borstkankermaand voor betere voorlichting. Veel vrouwen met borstkanker zijn niet goed op de hoogte van de reconstructieve mogelijkheden, zowel bij een borstamputatie als bij een borstsparende operatie.
Marieke van den Berg: "Vrouwen met borstkanker zitten in een emotionele achtbaan. Dat is begrijpelijk. Ze hebben een duidelijk doel voor ogen en dat is genezen. Vaak wordt daarom snel een beslissing over de operatie genomen en wordt door de patiënt onvoldoende nagedacht over de verschillende mogelijkheden. Maar ook de voorlichting over borstreconstructies vanuit het ziekenhuis is nog onvoldoende. Zowel bij een borstsparende operatie als bij een borstamputatie biedt een directe borstreconstructie veel voordelen. Doordat patiënten hierover te weinig informatie krijgen kunnen zij beslissingen rondom deze operatie niet goed nemen. Borstkankervereniging Nederland onderschrijft dit en wil in samenwerking met de beroepsgroep ervoor zorgen dat deze informatie toegankelijk wordt aangeboden via de Monitor Borstkankerzorg.

Methode
Bij een borstsparende operatie wordt een deel van het borstklierweefsel met daarin de borstkanker verwijderd. Na een dergelijke operatie volgt bestraling (radiotherapie) van de rest van de borst. De borstsparende operatie zelf en de bestraling kunnen zorgen voor verandering van de vorm van de borst en (daardoor) verplaatsing van de tepel. Uit de praktijk van de plastisch chirurgen van het NKI-AVL blijkt dat deze problemen voorkomen kunnen worden door direct aansluitend aan de borstsparende operatie de borst te corrigeren. Hierbij wordt de vorm van de borst hersteld door de rest van het borstweefsel te verplaatsen of weefsel uit de omgeving toe te voegen.
Bij een borstamputatie kan in veel gevallen een huidsparende operatie uitgevoerd worden. Hierbij wordt de borstklier geheel verwijderd terwijl de huid van de borst volledig bewaard blijft. Op die manier kan tijdens dezelfde operatie de lege huidenvelop opgevuld worden met een prothese of eigen weefsel. Zo'n directe reconstructie heeft belangrijke voordelen. De huid hoeft niet eerst opgerekt te worden voordat deze opgevuld kan worden en het scheelt een extra operatie en vaak ook een extra litteken. Bovendien is aangetoond dat een borstreconstructie bijdraagt aan het herstel van vrouwen die behandeld worden voor borstkanker, doordat de psychologische, sociale en seksuele nadelen die samenhangen met het verlies van een borst verminderen.

In het NKI-AVL wordt bij circa 50 tot 60 procent van de patiënten met borstkanker een borstreconstructie uitgevoerd. In veel ziekenhuizen is dat percentage veel lager, bijvoorbeeld omdat daar geen plastisch chirurg werkzaam is. De NVPC pleit in de borstkankermaand voor betere voorlichting, zowel binnen ziekenhuizen als in huisartsenpraktijken. Daarnaast zal in ziekenhuizen vaker moeten worden gewerkt in multidisciplinaire teams, waarbij chirurg, plastisch chirurg, radioloog en bestralingsarts nauw samenwerken.